
Kasper van Kooten (1971): créateur d'optimisme
Altijd voor u klaar in verschillende vormen: in theaters met eigen shows, als schrijver, als acteur voor film & tv (o.a. All Stars, Moordvrouw, de K van Karlijn, Oogappels, Scrooge LIVE en Ventoux), als zingende drummer en als stem van o.a. AH-Hamsters en Mike Wazowski. Kasper is drie keer genomineerd voor de grootste cabaretprijs, Emmy Award winnaar en bezitter van Zilveren Harp voor zijn muziek.
Vind al zijn werk op het eigen YouTube kanaal!

KINDERHULP column #3 (in de Libelle)

KINDERHULP column #2 (in de Libelle)

KINDERHULP column #1 (in de Libelle)

SCHULDIG 22/01/2021
Ik lig in bed met een vreemde vrouw. Ik ken haar wel, maar het is niet mijn vriendin. Ik heb geen vriendin. Zij wel, een man. We spelen dat we elkaars scharrel zijn. Het is spannend en vol humor. Dat spelen we ook. De regisseur komt even binnen en zegt dat het mooi en grappig is. Dikke mik dus. Ik wil de scène graag nog eens doen maar dat hoeft niet. Weer heb ik het mooiste beroep dat er is. De dag ervoor stond ik nog op te treden in Druten en er zaten dertig mensen in de zaal. Dat was óók weer het mooiste beroep dat er is. Juist nu. De dag na de dag met mijn speelscharrel mag ik met een speciaal voor mij gemaakte pruik op een bekende Nederlander nadoen voor een nieuw tv programma. Mijn beide neusgaten en reukgangen zijn inmiddels uitgeboord als Mexicaanse vluchttunnels vanwege de enorme hoeveelheid Corona testen die op mij zijn uitgevoerd. Iedere werkdag met andere acteurs vereist een test vooraf om eventuele besmettingen tegen te gaan. Volkomen terecht en ik heb het er graag voor over; ik heb werk! Het leukste werk! ’s Avonds thuis, met de make-up resten nog in mijn haar, zoom ik wegens een verjaardag met mijn band. Hartsvrienden. Drie van de zes bandleden vertellen lachend (als sessiemuzikant in Nederland kun je beter veel lachen) dat hun hele agenda voor héél 2021 leeg is. Ze zijn zelfs bezig met omscholen en sleuren zich van steunmaatregel naar spaartegoed. Hun reserves raken op. Mijn maag trekt zich samen. Ik voel me schuldig. Ook van collega acteurs vernam ik al dat het uitzichtlozer dan uitzichtloos wordt en dat ze, tussen zich kapot vervelende kinderen, zich afvragen wat deze aanhoudende onzekerheid betekent voor de rest van hun werkende leven. Ik tel mijn zegeningen nog veel vaker en harder dan ik mijn handen al was.
© Kasper van Kooten 2021
GEMASKERDE MANNEN 31/10/2020
In een tijd waarin we bezig worden gehouden door deep-fakers, complot-theoretici, doemdenkers, koppensnellers, natuurontkenners en Lange Frans is er ook iets bijzonders aan de hand: we geloven weer in poppen! We hebben ze weer aan het dansen! Als kinderen de boze buitenwereld willen uitzetten richten ze zich tot hun poppen en spelen ze een spel dat hen rust en vertrouwen brengt. Een spel dat ze begrijpen en dat niet constant appelleert aan de chaos op het overvolle schoolplein met schreeuwende, jankende en buitensluitende soortgenoten. Maar ook volwassenen vertonen de neiging om terug te grijpen op hun poppenwereld wanneer de echte in de fik staat en ze daar niet constant aan herinnerd willen worden, omdat ze niet weten wat ze ermee aanmoeten. Fascinerend is het om te zien hoe Carlo begint te stamelen en zweten als hij koortsachtig probeert te bedenken welke stem er uit de pop komt. De stemmenkoning van echte mensen raakt volledig van de leg bij de poppenvariant en we zien een onbevangen kind spelen met poppen. Koffietijd Koningin Loretta kwebbelt als zevenjarig meisje dat de Vlinder zo prachtig is (ze houdt ook van natuur, natuurlijk) en zelfs showhost ijskonijn Ruben laat onomwonden zien dat hij op het panter popje is, om niet te zeggen dat hij erop staat te geilen. Poppen maken dit los. Prachtig om te zien. Ook team Buddy en Geer is nog lang niet uitgespeeld met poppen en ik begrijp het. Ik begrijp ook dat er inmiddels drie miljoen medelanders inschakelen omdat ze even geen Hugo en Mark, Eva of Jort, even geen Annechien of Anita Sara & Antoin willen die ons de gruwelen van de dag voorschotelen, nee: een verschrikkelijke Yeti waar uiteindelijk Ernst Daniël Smit uitkomt, dát willen we zien met een stukje worst en pijpje pils op schoot. Dat hij zelf moest beginnen over dat hij heel erg ziek is werd snel weg-geschakeld, want poppen zijn toch nooit zieeeeeek?
© Kasper van Kooten 2020.
VICIEUZE KUBUS 09/09/2020
Er bestonden veel slappe aftreksels van de echte kubus. Op de kermis kon je ze winnen. Of in de automaat met grote plastic ballen. Daarin bleef de munt altijd steken als de grote ijzeren draaiknop - totaal ongeschikt voor kindervingertjes -halverwege stokte. Na een beuk van een grotere buurjongen of opgefokte ouder draaide hij meestal wel weer door. Dan was het geluid van de bal die in het rood ijzeren tunneltje rolde een extase. Wanneer je hem opendraaide kwam er altijd uit wat je niet wilde. Een onhandelbaar plastic aapje of een lelijke stuiterbal. Tot mijn verbijstering bestaan ze nog steeds: die ultra vervuilende plastic verrassingsballen-automaten. Wat ook de tand des tijds glansrijk doorstaan heeft is de teleurstelling die ik op mijn dochter’s gezicht zie wanneer ze de verkeerde bal ‘gewonnen’ heeft. Je wint teleurstelling. Vanmiddag won ze een imitatie kubus. Een kleine, ronde versie die ik met trillende hand inspecteerde, omdat ik hem herkende uit mijn eigen jeugd. Zouden er toen al miljarden gemaakt zijn waar we nu nog steeds op teren? Die Chinezen! Ze vroeg door haar teleurstelling heen of ik wilde uitleggen wat je er mee kon en met het zweet in mijn nek probeerde ik dapperder te doen dan zij nu al is en begon voor te doen. Terwijl ik de bovenste ring van het plastic prutsel draaide viel er een gekleurd vierkantje een verdieping naar beneden. ‘Dat was het!’, sliste ik binnensmonds: ‘bij deze versie miste één blokje!’ Bevend als een riet moest ik vaststellen dat ik weer verloren had van de snert verrassing. Dit kwam niet meer goed. Overzicht kwijt. Verlamd door herinnering. Wat al helemaal terugkwam als een boemerang die veertig jaar onderweg geweest is was dat ik me herinnerde dat bij de échte kubus ik ooit zo in paniek geraakt was dat ik de stickers eraf gepulkt had om ze weer op de goede plek te plakken. Ik zag geen andere uitweg meer, maar dat zag natuurlijk iedereen en ik was voor altijd af. Daar had ik me niet uit weten te draaien. Hier ook niet, alleen werd ik zoals zo vaak gered door mijn dochter: “geef maar pap, geeft niks. Jij bent toch kleurenblind!”
© Kasper van Kooten 2020.
STAPEL 20/07/2020
De rust volledig bewaard. Knap van mezelf: in die omgeving zo lang geen enkele opwinding. Had er ook mee te maken dat er bijna niemand was en ik als een getrainde cavia uit Fred Oster’s Avro’s Weekend Quiz in één keer de goede, korte route liep. Uitzonderlijk genoeg laveerde ik louter op gevoel tussen tafel en bank door, in een denkbeeldige rechte lijn richting de stapelbedden. Er was iets met Ikea, vanmiddag. Ze was lief voor me. Uitgestorven attent. Ze wees me de weg en ik greep gretig haar onzichtbare hand. “Schemerlampje nodig nog?” vroeg ze me, “Leuk kleedje nog misschien?” Loop door! Laat je niet verleiden om nieuwe prachtige schroefzooi aan te schaffen die je nergens kwijt kunt, je bent hier met een missie; bed voor je kind! Mezelf gehoorzamend (geniet ik van) beende ik gedecideerd door naar het magazijn, bewapend met een snel genomen foto van pad en stelling. Dit ging goed. Toen ik de twee pakketten van samen veertig kilo op mijn kar getild had en daar het matras van negen kilo bij propte voelde ik om achteraf voorspellende redenen ineens aan mijn binnenzak. Zweet. Woede. Verslagenheid. Mijn portemonnee vergeten. Gebeurt nooit. Niet nu. Alsjeblieft. Waarom nu? Dit ging zo goed. Alles liep zo gesmeerd. En dan dit?! Was dít mijn grote blanke mannen probleem? Echt? Ja! Want nu moest ik de kar weer helemaal uitladen en morgen terugkomen. Dat was ondenkbaar. Onmogelijk. Ik ging dat niet trekken. In een opwelling vroeg ik de eerste de beste die ik zag: “meneer, mag ik u nú geld overmaken, dat u het bed voor mijn kind afrekent? Wanhoopspoging om mijn eigen fout bij een ander in zijn vrije tijd te smeren. “Ja hoor dat is goed.” Liefde. Geluk. Ik voelde een omhelzing aandringen, maar Corona. En van de medewerkster mochten we ook niet samen door de scanner dus ging híj met mijn kar en bed voor mijn dochter door de poort en liep ik door het gangpad ernaast, verliefd kijkend naar hem. Zijn hoogzwangere vriendin rekende ondertussen hun ledikant af, breed lachend. Daarom hield ze van hem en ik begreep haar. Toen ik buiten het stalen poortje een onhandige grap maakte dat hij de bon moest houden om aan zijn boekhouder te geven antwoordde de schat: “nee die moet jíj houden want als je dochter niet lekker ligt kun je ruilen!” God is met jullie. En Ikea ook.
© Kasper van Kooten 2020.
TROTS OP DEZE 30/05/2020
“Trots op deze!” lees ik steeds vaker en zoek me (bij die foto’s) gek naar een vaas, auto, homp brood, gevangene, kleur, prestatie of kruiswoordpuzzel. Welke deze bedoelen ze toch op onze social media? Steeds vaker melden influencers, popartiesten, voetballers, reality-sterren of politici dat ze trots op deze zijn en plaatsen er een foto bij van een mens, een kind, zus, niffo of vader, het maakt niet uit want allemaal heten die tegenwoordig deze. We zijn niet meer “trots op papa” of “op mijn dochter Ariadne” maar op deze…? “Ze is geslaagd voor haar havo, ik ben apetrots op DEZE”. “Kijk, mijn mattie heeft het weer geflikt met zijn veertiende restaurant op veganistisch amuse-gebied, fakking trots op deze!” Deze wat? Deze week, deze speklap, deze maand, periode of tijd? Wat is toch deze? Wie is deze? Waar is deze? Spreek je moerstaal, en dat je maar trots mag wezen op deze! O wacht, ik zie een prachtige puberdochter met slingers in d’r haar bij een oudere man op schoot liggen. Ik ken hem nog van school, was zijn Instagram account aan het bekijken. Hij heeft mijn leeftijd en post net verdomme óók al dat hij "trots is op deze!” Zijn kind noemt hij deze. Maar deze lijkt niet eens op deze. In wezen is deze bewezen zijn dochter. En zij is een haar. Maar zeg dat dan, zak: “ik ben trots op haar”! “Fukking trots” voor mijn part, dat mag, maar háár, lul! Je bent trots op háár, niet op deze. Deze is niks, nada, noppes, in wezen.
© Kasper van Kooten 2020.
ZIELSCHEIDING 14/05/2020
Eens in de zoveel tijd lees je erover. Dan krijg ik rillingen en voel schaamte. Wat iemand ook gedaan of gezegd heeft tijdens het leven, niemand verdient totale afzondering. Zelfs in gevangenissen over de wereld (Netflix staat er vol mee!) twijfelen psychologen over of het wel verantwoord is om iemand in de isoleercel te stoppen. Ga maar na wat het al met een dierenbrein doet: eenzame opsluiting. Helaas staat het internet er ook vol mee, de opgesloten en totaal vergeten dieren. Toch is er verschil. Gevangenen die in de isoleercel belanden en worden gescheiden van de medemens om tot bedaren, inzicht of bezinning te komen worden daarmee zwaar gestraft, maar hebben één ding voor op de dieren: mensen worden nooit vergeten, en weten dat. De enige strohalm! De cipier komt op de afgesproken tijd terug, vele hondenbaasjes nooit meer. Bij dit krantenbericht gingen mijn haren rechtop staan van woede, verdriet, afschuw, medelijden, maar tegelijk ook van gezegend voelen met familie en vrienden, mijn sociale vangnet. Al met al een bomvolle cocktail van gemoederen waarmee mijn lichaam en geest tegelijk aan mij probeerden uit te leggen, of nee, recht te praten wat ik net gelezen had: “aangetroffen dode vrouw lag vermoedelijk al jaren in Rotterdamse woning”. Angstig fantaseerde ik er op los: niemand was haar kwijt geweest na een uur, of een dag, er had geen mens gebeld na een week, waar ze was op de bingo. Met haar verjaardag een maand later had toevallig weer niemand gebeld en na een jaar, of nee: na jaren was de huisbaas (die zelf inmiddels ook overleden was maar een wanordelijke boekhouding had) vervangen door een bedrijf dat niet eens wist dat haar woning, laat staan dat zij bestond. Dit was geen thuisisolatie meer, dit was ziel-scheiding. Ze bestond pas toen ze gevonden was, na jaren. Eenzaamheid is het meest verwoestende virus dat er bestaat. Hier had Corona even niets mee te maken.
© Kasper van Kooten 2020.
WOUD VAN DE ILLEGALE MOND-KAP 25/04/2020
Ik had het niet zo op de Chinese toeristen, of laat ik zeggen: de Aziatische, want je zag het verschil moeilijk door die mondkapjes. In de jaren negentig kwamen ze steeds vaker uit de dubbeldeck-treinen op Centraal trippelen om met hun vacuüm gesealde rolkoffertjes en omgekeerde stadsplattegrond (die altijd dubbelklapte door de wind) zenuwachtig naar de metro te zoeken. Rijkere toeristen uit Azië maakten tweeweekse trips en jakkerden dwars door Europa, twee dagen per stad slapeloos schuifelend door Rome, Madrid, Parijs, Praag, Berlijn, Wenen en Amsterdam. Met de nieuwste videocamera’s aan hun hand vast getapet filmden ze álles. Soms vergaten ze dat. Was er eentje aan het luisteren naar een gids in het Van Gogh museum, stond zijn rechterarm nog de andere kant op te filmen. Bij terugkomst moeten dat uren, dagen, weken filmmateriaal geweest zijn om te spotten, editen en terug te brengen tot de kern van de reis. De TikToks van pubers nu zijn er niets bij, qua tijd. Mijn goede vriend acteur en regisseur Patrick Stoof had toen de gewoonte om stiekem de scènes die Aziaten fotografeerden binnen te lopen. Als er een groep mondkapjes op de Magere Brug stond te poseren (peace-tekens makend) ging hij ongemerkt achter ze staan en liet zich mee schieten. Het liefst ook vaker bij dezelfde groep, omdat hij vrolijk werd bij de gedachte dat ze terug in Szechuan ineens een grote blonde man in ieder beeld zouden ontdekken. Wij lachen, maar hun mondkapjes vond ik ronduit ergerlijk. Teken van wantrouwen. Egoïstisch ook. Alsof wij hier meer smog hebben dan in jullie eigen stinksteden? Alsof iedereen hier aids heeft? Of stinken wíj ineens uit onze mond naar hond? Laat ik nou pas de afgelopen maand, vijfentwintig jaar na dato, in het woud van de illegale mond-kap geleerd hebben dat het juist sociaal was om ze te dragen toen; beschermend, uit voorzorg om MIJ niet eventueel aan te steken in plaats van iets van mij te krijgen. Excuses, lieve, nette toeristen. Ik was dom en naïef. Alles lijkt anders nu.
© Kasper van Kooten 2020.
ONBEPAALDE ALTIJD 10/04/2020
De wereld zou gaan veranderen, zoveel was zeker. Míjn wereld welteverstaan, niet meteen de héle wereld, verdomme. Waarom nou meteen iedereen het roer om, net als ik een keertje solo wil veranderen, jongens? Voor mezelf, mijn naasten, mijn lichaam en geest. Ik was gestopt met drinken, 23 februari 2020. Geen bijzondere datum, gewoon een dag waarop het kon. Voor een onbepaalde altijd, dat was de inzet. Die aanduiding gaf een prettige afdronk. Geen gekaderde duur, einddatum of pannenbier. De list die ik bedacht had, was om mezelf een flink stuk om de tuin te leiden door geen doel te hebben. Ik weet dat als ik dat niet heb (ik haat het namelijk: doelloos bezig zijn) dingen ongemerkt kunnen gaan voortsukkelen. En precies dat zou voor niet drinken zonder einddatum goed uit kunnen gaan pakken. Volg je deze zelfstudie nog? Als boogschutter ben ik sterk doelgericht, ongeduldig, door roeien en ruiten voor die ene missie. Als er een fles stond werd hij zonder reden aangevallen en ging hij op. Dat was m’n doel. “Maar als ik dat doel nou eens uitschakel voor een onbepaalde altijd…”, zei ik tegen mezelf, en het werkte! Het is 11 april en ik drink niets meer, slaap als een roos, ben vijf kilo lichter en mis het doel geen moment. Het enige is; nu dat doel niet meer mist, mis ik wel een nieuw doel. Maar de héle wereld is veranderd en al onze doelen zijn ook voor een onbepaalde altijd gesloten. Iedereen die nog niet dronk is net begonnen met drinken, Gall & Gall stunt zich mal en ik snap dat. Momenteel word ik opgeslokt door schizofrene gedachten dat er voor mij enerzijds nooit een beter moment was om te stoppen met drinken dan net voor het leven op slot ging, maar anderzijds dat er geen slechter moment kon zijn om de heerlijk, heldere drank-loze tijd te kunnen besteden aan een nieuw, groter doel. Die gedachte doet me haast grijpen naar de fles. Opschrijven helpt. Gezondheid.
© Kasper van Kooten 2020.
WILDE DIEREN 2/4/2020
Overal in Europa duiken ze op: 'wilde' dieren. De noeste Edellemming knabbelt in Spanje lustig en brutaal aan de waterkers van de bloemperken in het stadje Guadocunde. Nooit eerder kwamen deze niet gedomesticeerde wezens zo dichtbij als nu. Ze vinden hun grootste bedreiging - de mens - niet op straat en zien hun kans schoon. Spanje zit in tegenstelling tot ons land écht op slot en de dieren nemen plaatsen terug die hun betovergrootvaders alleen nog op grottekeningen konden laten zien om te bewijzen dat ze er ooit gewoond hadden. "kijk daar knul, daar waar nu die witte stenen bergen staan, daar vocht ik ooit nog de slag om oma..." In het dorpje Centafrigilla in Calabrië klimt de rood getooide Schollenvanger inmiddels over waslijnen huizen binnen om lang houdbare producten open te bikken, en in ons eigen land worden de mauve Mantelwolf en het knokige Korenbesje zelfs al hand in hand gespot om klein vee soldaat te maken. Geen hond te zien! En of dat allemaal nog niet genoeg is sijpelen de eerste berichten over een extra vroeg uitkomend leger aan Recessierupsen langs onze tijdlijnen ons wilde dierloze leven binnen. Zelfs veganisten zullen uiteindelijk in gewetensnood komen, want je probeert te leven zonder vlees, maar als de malende Kaakgems ineens aan je waslijn staat te knagen en jij vanuit je quarantaine zoldertje lijdzaam toe moet kijken zal zelfs bij de meest hardcore dieren uit-banner de zin ontstaan om deze zomer de barbecue met een flinke dot extra spiritus te doen ontvlammen en die mega malse semi exoot en zijn hele familie met een portie verse rapen gaar te koken. De dieren komen, mensen! En ze komen halen wat van hen was. Niet alleen ons reservevoedsel, maar ook extra wc rollen, leren tassen, schoenen, vriesvlees, gedroogd vlees, álle zuivel en zelfs de vega worst zullen ze tot het hunne maken. We hebben erom gevraagd. Makke schapen die we zijn.
© Kasper van Kooten 2020.
HAAR VERF 28/3/2020
Haarverf wordt gehamsterd. Kappers zijn dicht en de mensen willen er verzorgd uitzien. Maar voor wie? Er geldt een afstandsverbod van mínímaal anderhalve meter en je mag met niemand afspreken. Dating-apps liggen plat, sekswerkers hebben de gordijnen gesloten en zien eindelijk weer eens tijd voor een goed boek met een happy end. Begrijpelijk is het; onze schoonheidshelpers kunnen hun werk onmogelijk nog ‘safe’ uitoefenen en als gevolg daarvan hamstert de burger massaal haarverf, als we de Etos mogen geloven. Ik vond dat vreemde bericht ontroerend. Stellen die door hun beider banen al tien jaar strikt gescheiden de dag doorkomen zijn ineens tot elkaar veroordeeld en verven hun haar, voor elkaar! Dat wilde ik althans dolgraag geloven. Eindelijk weer eens tijd voor de ander en er goed uitzien, maar er zeurde een andere gedachte: hij heeft überhaupt nooit geweten van haar dat ze verfde. Vandaar haar hamster-haast. Zij weet niets van zijn (hard oprakende) erectiepillen, want altijd druk met haar foodblog, waarvoor ze dus als de sodemieter haar verf nodig had omdat ze nu - júist nu - visibiliteit moet houden wil ze deze crisis overleven. Haar vaste tint was alleen op, weg gehamsterd! Kak, dat had zij weer. Vandaar dat ze vanmiddag met ’n vuurrode bos van een ander merk de trap af sloop. Hij zat aan de keukentafel in een Skype gesprek met de onderdelenfabriek in Spanje. Ze smeekte dat het hem niet zou opvallen, had geen zin en tijd daarvoor, maar toen hij haar aankeek liet hij pardoes z’n theelepel vallen, stond op, duwde nog snel zijn laptop dicht en pakte haar hand. Het net aangeschafte Disney + Channel hielp de kinderen verder met de opvoeding. Hij leidde haar naar de gang waar duidelijk werd dat hij naar boven wilde. Zacht zei ze: ‘niet nu, ik moet zo live’, waarop hij antwoordde: ‘Dit ís life, mijn schat. Meer leven dan dit bestaat niet nu. Je bent prachtig…’
© Kasper van Kooten 2020.